De beginsnelheid van de bal is 20 m/s naar boven.
De versnelling als gevolg van de zwaartekracht bedraagt 9,8 m/s^2 naar beneden.
De vluchttijd van de bal bedraagt 4 seconden.
De snelheid van de bal bovenaan zijn baan is nul.
De snelheid van de bal wanneer deze wordt gevangen, wordt gegeven door:
```
v =u + bij
```
waar:
v is de eindsnelheid
u is de beginsnelheid
a is de versnelling
t is de tijd
Als we de gegeven waarden vervangen, krijgen we:
```
v =20 m/s + (9,8 m/s^2)(4 s)
```
```
v =20 m/s + 39,2 m/s
```
```
v =59,2 m/s naar beneden
```
Daarom bewoog de bal naar beneden met een snelheid van 59,2 m/s toen hij werd gevangen.