- Controleer de brandstofklep: Zorg ervoor dat de brandstofklep is ingeschakeld. Als dit het geval is, probeer het dan uit en weer in te schakelen.
- Controleer het brandstoffilter: Het brandstoffilter is mogelijk verstopt, waardoor de brandstof de carburateur niet kan bereiken. Verwijder het brandstoffilter en inspecteer het. Als het verstopt is, vervang het dan.
- Controleer de bougie: De bougie kan vervuild of beschadigd zijn, waardoor de motor niet kan starten. Verwijder de bougie en inspecteer deze. Als het vuil is, maak het dan schoon of vervang het.
- Controleer de batterij: De accu is mogelijk leeg of zwak, waardoor de motor niet kan starten. Controleer de accuspanning met een voltmeter. Als de accuspanning lager is dan 12 volt, laadt u de accu op of vervangt u deze.
- Controleer de contactschakelaar: De contactschakelaar is mogelijk beschadigd of defect, waardoor de motor niet kan starten. Probeer de contactschakelaar uit en vervolgens weer aan te zetten. Als de motor niet start, moet u mogelijk de contactschakelaar vervangen.
- Controleer de kantelsensor: De kantelsensor kan worden geactiveerd, waardoor de motor niet kan starten. Zoek naar een kleine sensor in de buurt van het oliecarter. Als de sensor wordt geactiveerd, zet u de motorfiets rechtop.
Als geen van deze oplossingen werkt, moet u mogelijk uw motorfiets naar een monteur brengen voor verdere diagnose en reparatie.