De leeuw, zoals Dorothy en de tin man, was misleid in wat hij dacht dat hij nodig had. Hij geloofde dat hij laf was omdat hij een brein miste, maar in werkelijkheid was hij gewoon bang. De tovenaar, begrepen dit, gaf hem een zinloos diploma als een manier om hem te overtuigen dat hij niet langer laf was.
Dit is een belangrijk thema in het boek: De kracht van zelfvertrouwen. De ware moed van de leeuw komt van binnenuit, niet van een fysiek object. Hij leert dat hij de kracht en moed heeft die hij altijd al nodig heeft.