* Hij drinkt uit de theepot. Dit wordt ook als zeer slechte manieren beschouwd.
* Hij veegt zijn neus af aan zijn mouw. Dit wordt als zeer onhygiënisch ervaren.
* Hij vertelt over zijn criminele activiteiten. Dit maakt Pip erg ongemakkelijk.
* Hij probeert geld te lenen van Pip. Dit maakt Pip erg achterdochtig.