* Persoonlijke wrok: Putnam had een geschiedenis van meningsverschillen met veel van de mensen die hij beschuldigde van hekserij. Zo had hij bijvoorbeeld een geschil gehad met George Jacobs over een stuk land, en had hij ook tevergeefs Martha Corey aangeklaagd wegens laster.
* Religieuze overtuigingen: Putnam was een vrome puritein en hij geloofde dat hekserij een reële bedreiging voor de gemeenschap vormde. Hij geloofde dat heksen een bondgenootschap hadden gesloten met de duivel en dat ze anderen schade konden toebrengen.
* Financieel gewin: Putnam kan ook gemotiveerd zijn door financieel gewin. Hij kon de eigendommen innen van degenen die wegens hekserij waren veroordeeld, en hij kon ook een vergoeding ontvangen voor de tijd die hij besteedde aan het onderzoeken van heksenprocessen.
Het is belangrijk op te merken dat niet alle mensen die door Thomas Putnam van hekserij werden beschuldigd, schuldig waren. In feite waren velen van hen onschuldige mensen die eenvoudigweg het doelwit waren omdat ze een persoonlijke wrok hadden tegen Putnam of omdat ze lid waren van een gemarginaliseerde groep.