1. Verlangen naar kennis :Faustus werd verteerd door een onverzadigbare honger naar kennis die verder ging dan wat als natuurlijk of haalbaar met conventionele middelen werd beschouwd. Hij probeerde de geheimen van het universum te verkennen, de mysteries van de schepping te begrijpen en het toppunt van menselijk begrip te bereiken. Magie bood hem een kortere weg naar het verwerven van enorme en verboden kennis.
2. Intellectuele nieuwsgierigheid :Faustus was een briljante geleerde en een man met een groot intellect. Hij was geïntrigeerd door het onbekende en streefde magische kunsten na vanuit een oprecht verlangen om de werking van de wereld te begrijpen. Zijn intellectuele nieuwsgierigheid bracht hem ertoe antwoorden te zoeken die buiten de grenzen van traditionele academische disciplines lagen.
3. Overmoed en trots :Faustus bezat een overweldigend gevoel van trots en zelfvertrouwen. Hij geloofde in zijn eigen superioriteit en achtte conventionele kennis onvoldoende. Door zich tot magie te wenden, probeerde Faustus zichzelf boven anderen te verheffen, macht te verwerven en de natuurlijke orde uit te dagen.
4. De invloed van Mephistopheles :Mephistopheles, de demonische geest die aan Faustus verschijnt, speelt een belangrijke rol bij het verleiden en overtuigen van hem om magie te omarmen. De manipulatieve aard van Mephistopheles, de beloften van macht en de valse verzekering dat er geen gevolgen zijn voor het beoefenen van verboden kunsten motiveren Faustus 'beslissing nog meer.
5. Verlangen naar macht en controle :Faustus werd gedreven door een verlangen om bovennatuurlijke krachten te bezitten en controle over zijn eigen lot. Hij zag magie als een middel om controle te krijgen over de krachten van de natuur, fysieke beperkingen te overwinnen en de wereld naar zijn wil vorm te geven.
6. Ontevredenheid over conventioneel leren :Faustus voelde zich ontevreden over de beperkingen van het traditionele onderwijs en de rigide grenzen die de religieuze en intellectuele autoriteiten van die tijd oplegden. Hij geloofde dat magie hem een manier bood om deze beperkingen te overstijgen en nieuwe kennisgebieden te ontdekken.
7. Verleiding en allure :Magie, met zijn belofte van onmiddellijke bevrediging en buitengewone vermogens, had een onweerstaanbare aantrekkingskracht op Faustus. De nieuwigheid en opwinding van de verboden kunsten boeiden hem en vertroebelden zijn oordeel.
8. De corruptie van kennis :Faustus' zoektocht naar verboden kennis leidt tot zijn morele en spirituele ondergang. Door magie te omarmen, raakt hij gecorrumpeerd door de kracht ervan en begint hij deze voor egoïstische doeleinden te gebruiken, waarbij hij de principes van ethiek en moraliteit schendt.
Dit zijn enkele van de belangrijkste motivaties die Dr. Faustus ertoe brachten zich tot magie te wenden, waardoor hij op een pad kwam dat uiteindelijk naar zijn tragische lot leidde.