- De starthulp heeft mogelijk voor een tijdelijke lading gezorgd, maar de accu is mogelijk leeggelopen terwijl de auto stilstond.
Laad de batterij op of vervang deze.
- De dynamo laadt de accu mogelijk niet goed op.
Laat de dynamo testen en indien defect vervangen.
- Een defecte brandstofpomp, een verstopt brandstoffilter of defecte injectoren kunnen ervoor zorgen dat brandstof de motor niet bereikt.
Controleer de brandstofdruk, de brandstofpomp en het brandstoffilter.
- Defecte bougies, bougiekabels of problemen met de verdeler kunnen het ontstekingsproces verstoren.
Controleer en vervang versleten of beschadigde onderdelen.
- Gecorrodeerde accupolen, losse bedradingsverbindingen of problemen met de startersolenoïde kunnen startproblemen veroorzaken.
Reinig de aansluitingen, draai de aansluitingen vast en inspecteer de bedrading.
- Een defecte koelvloeistoftemperatuursensor kan onjuiste informatie over de motortemperatuur aan de computer doorgeven, waardoor de motor niet start.
Controleer en vervang indien nodig.
- Een beschadigde startmotor of de bijbehorende componenten (magneet, bedrading) kunnen voorkomen dat de motor aanslaat.
Laat de startmotor controleren en onderhouden.
- Sommige voertuigen zijn voorzien van antidiefstalsystemen die kunnen voorkomen dat de auto start als er een storing optreedt of de synchronisatie met de sleutel verloren gaat.
Controleer het beveiligingssysteem van uw auto en eventuele bijbehorende sleutels/afstandsbedieningen.
- Ernstigere problemen zoals vastgelopen motoronderdelen, defecte distributieriemen of interne schade kunnen ook een niet-startsituatie veroorzaken.
Als alle andere mogelijke oplossingen zijn uitgeput, kan verdere mechanische diagnose nodig zijn.