Er zijn een paar redenen waarom transistors zeer geschikt zijn voor gebruik als versterkers. Ten eerste kunnen transistors een zeer hoge versterking bereiken, wat betekent dat ze een signaal in grote mate kunnen versterken. Ten tweede zijn transistors zeer efficiënt, wat betekent dat ze een signaal kunnen versterken zonder veel stroom te verbruiken. Ten derde zijn transistors relatief klein en licht van gewicht, waardoor ze ideaal zijn voor gebruik in draagbare apparaten.
In een versterker wordt een transistor gebruikt om de stroom door een circuit te regelen. Door de hoeveelheid stroom die door de transistor vloeit te variëren, kan de versterker de amplitude van het ingangssignaal vergroten. Het basisprincipe van de werking van een transistorversterker is gebaseerd op het feit dat de stroom die door de emitter-collectorovergang van een transistor vloeit, wordt bestuurd door de stroom die door de basis-emitterovergang vloeit.
Wanneer een kleine stroom wordt aangelegd op de basis-emitterovergang, zorgt dit ervoor dat er een grotere stroom door de emitter-collectorovergang vloeit. Deze versterking van de stroom maakt het mogelijk een transistor als versterker te gebruiken.
Transistors worden gebruikt in een verscheidenheid aan versterkercircuits, waaronder versterkers met gemeenschappelijke emitter, versterkers met gemeenschappelijke collector en versterkers met gemeenschappelijke basis. Elk type versterkercircuit heeft zijn eigen voor- en nadelen, en het type versterkercircuit dat in een bepaalde toepassing wordt gebruikt, zal afhangen van de specifieke vereisten van die toepassing.
Transistors zijn essentiële componenten van versterkers en worden gebruikt in een grote verscheidenheid aan elektronische apparaten, waaronder audioversterkers, radioversterkers en televisieversterkers.