1) Quantum Mottle:
- Ook wel "fotonruis" of "kwantumruis" genoemd.
- Het is een inherent kenmerk van röntgenbeeldvorming en ontstaat door de statistische aard van röntgeninteracties met materie.
- Kwantumruis is het gevolg van de discrete aard van röntgenfotonen en hun kwantuminteracties binnen de detector.
- Het manifesteert zich als willekeurige variaties in het aantal gedetecteerde fotonen, wat leidt tot schommelingen in de helderheid of dichtheid van het beeld.
- Kwantumruis is meer uitgesproken bij lagere stralingsdoses, waarbij het aantal gedetecteerde fotonen beperkt is.
2) Elektronische ruis:
- Elektronische ruis is afkomstig van verschillende elektronische componenten binnen het beeldvormingssysteem, zoals de röntgenbuis, kabels en beelddetectoren.
- Het omvat schommelingen in spanning, stroom of andere elektrische signalen die de nauwkeurige registratie en verwerking van röntgengegevens kunnen verstoren.
- Elektronische ruis kan zich manifesteren als willekeurige variaties in pixelwaarden of als vaste patronen in het beeld.
3) Verstrooiingsstraling:
- Verstrooiingsstraling treedt op wanneer röntgenstralen inwerken op weefsels of voorwerpen en in verschillende richtingen worden afgebogen of verstrooid.
- Verstrooide fotonen kunnen de detector bereiken en bijdragen aan de algehele beeldvorming, wat leidt tot een afname van het beeldcontrast en meer achtergrondruis.
- Verstrooiingsstralingsruis kan worden verminderd door gebruik te maken van collimatoren, roosters of technieken voor verstrooiingsreductie tijdens beeldvorming.
4) Onjuiste belichtingsinstellingen:
- Radiografische ruis kan ook het gevolg zijn van onjuiste belichtingsinstellingen, zoals een ongepast hoge of lage kVp (kilospanningspiek) of ongepaste mAs (milliampèreseconden).
- Onjuiste belichting kan leiden tot overmatige kwantumruis of onderbelichting, wat resulteert in beelden met ruis of slecht contrast.
5) Artefacten en technische problemen:
- Verschillende artefacten of technische problemen, zoals bewegingsonscherpte, beweging van de patiënt, elektrische interferentie of defecte apparatuur, kunnen ruis en vervormingen in radiografische beelden veroorzaken.
6) Filmkorrelruis:
- Bij conventionele radiografie waarbij gebruik wordt gemaakt van filmgebaseerde systemen, verwijst filmkorrelruis naar de inherente granulariteit van de filmemulsie.
- Dit wordt veroorzaakt door de discrete aard van zilverhalogenidekristallen in de film en kan bijdragen aan beeldruis en verminderde beeldkwaliteit.
7) Digitale ruis:
- Bij digitale radiografie kan er ruis optreden tijdens het verwerven, verwerken of verzenden van digitale beelden.
- Het kan worden veroorzaakt door factoren zoals elektronische ruis in detectoren, algoritmen voor datacompressie of beeldverwerkingstechnieken.
Radiografische ruis kan de beeldkwaliteit en diagnostische nauwkeurigheid beïnvloeden. Er worden verschillende strategieën gebruikt om ruis te minimaliseren en de beeldkwaliteit te optimaliseren, zoals het gebruik van de juiste stralingsdosis, het gebruik van algoritmen voor ruisonderdrukking en het implementeren van kwaliteitscontrolemaatregelen tijdens het hele beeldvormingsproces.