1. Digitale audiocodering :
De eerste stap is het coderen van het digitale audiosignaal met behulp van een geschikte audiocodec, zoals MP2, MP3, AAC of HE-AAC. Dit proces omvat het omzetten van de audiogolfvorm in een digitale bitstroom die efficiënt kan worden verzonden.
2. Multiplexen :
Vervolgens wordt het gecodeerde digitale audiosignaal gemultiplext met andere gegevens, zoals zenderidentificatie, programma-informatie en foutcorrectiecodes, om een digitale audiotransportstroom te creëren.
3. Modulatie :
De digitale audiotransportstroom wordt vervolgens gemoduleerd op een draaggolffrequentie met behulp van een modulatieschema zoals frequentiemodulatie (FM) of kwadratuuramplitudemodulatie (QAM). Dit proces zet het digitale signaal om in een analoog signaal dat via de ether kan worden verzonden.
4. Verzending :
Het gemoduleerde analoge signaal wordt vervolgens verzonden vanaf een radiozender naar het beoogde dekkingsgebied. De zender gebruikt een antenne om het signaal uit te zenden via de FM-radioband, die doorgaans varieert van 88 MHz tot 108 MHz.
5. Ontvangst en demodulatie :
Aan het uiteinde van de ontvanger pikt de FM-radio het verzonden analoge signaal op en demoduleert dit om de digitale audiotransportstroom te extraheren.
6. Decodering :
De digitale audiotransportstroom wordt vervolgens gedemultiplext om het gecodeerde audiosignaal van andere gegevens te scheiden. Het gecodeerde audiosignaal wordt vervolgens gedecodeerd met behulp van de juiste audiodecoder om de originele digitale audio te reproduceren.
7. Afspelen :
De gedecodeerde digitale audio wordt vervolgens afgespeeld via de luidspreker of hoofdtelefoon van de FM-radio, zodat de gebruiker naar de digitale radio-uitzending kan luisteren.
Het is vermeldenswaard dat de standaarden voor digitale radio-uitzendingen per regio of land kunnen variëren, en dat voor DRB specifieke protocollen, zoals DAB (Digital Audio Broadcasting) of HD Radio, kunnen worden gebruikt.