2. Defecte radioantenne: Koppel de antenne los van de radio en sluit een antenne aan waarvan u weet dat deze goed werkt. Als de radio goed werkt met de nieuwe antenne, vervang dan de originele antenne.
3. Defecte radio: Test de radio met een luidspreker waarvan u weet dat hij goed is. Als de luidspreker goed werkt, is de radio mogelijk defect en moet deze mogelijk worden gerepareerd of vervangen.
4. Vuile of losse verbindingen: Inspecteer de verbindingen tussen de radio, antenne en luidsprekers. Maak eventuele vuile verbindingen schoon en draai eventuele losse verbindingen vast.
5. Aardingsprobleem: Zorg ervoor dat de radio goed geaard is. Een slechte aarde kan statische en andere elektrische problemen veroorzaken.
6. Defecte bedrading: Inspecteer de bedrading op eventuele schade of losse verbindingen. Eventuele beschadigde draden moeten worden gerepareerd of vervangen.
7. Interferentie van andere apparaten: Zorg ervoor dat er geen andere elektrische apparaten in de buurt van de radio, luidsprekers of antenne zijn die interferentie kunnen veroorzaken.