Het aantal flip-flops in de teller bepaalt het telbereik. Een 3-bit UP-teller heeft bijvoorbeeld drie flip-flops en kan tellen van 0 tot 7 (2^3 - 1). Het blokschema van de 3-bit UP-teller wordt hieronder gegeven:
[Afbeelding van een 3-bit UP-tellerblokdiagram]
De werking van de 3-bit UP-teller kan als volgt worden uitgelegd:
1. Aanvankelijk worden alle flip-flops teruggezet op 0, dus de telleruitgang is 000.
2. Wanneer een door een positieve flank getriggerde klokpuls wordt toegepast, wordt Q0 geschakeld van 0 naar 1 en wordt de uitvoer 001.
3. De volgende klokpuls zorgt ervoor dat Q0 terugschakelt naar 0, en Q1 wordt geschakeld van 0 naar 1, wat resulteert in een uitvoer van 010.
4. De derde klokpuls schakelt Q1 terug naar 0 en stelt Q2 in op 1, wat een uitvoer van 011 oplevert.
5. Deze reeks gaat verder en de telleruitgang wordt met één verhoogd voor elke klokpuls totdat deze de maximale telling van 111 (7) in binair getal bereikt.
6. De volgende klokpuls zet alle flip-flops terug naar 0, en de teller keert terug naar zijn beginstand.
UP-tellers hebben verschillende toepassingen, waaronder:
1. Frequentiemeting
2. Tellen van gebeurtenissen
3. Digitale klokken
4. Timers
5. Instrumentatie- en meetsystemen