Leer de hoge en lage tonen sleutels . De bladmuziek die je gaat gebruiken , hangt af van het instrument dat u gebruikt. Voor instrumenten met een hoger bereik , zoals de fluit of klarinet , wordt u met behulp van de G-sleutel . Voor instrumenten met een lager bereik , zoals de bariton of tuba , wordt u met behulp van de bassleutel . Piano maakt gebruik van zowel de lage en hoge tonen sleutels . Onthoud beide sleutels . Kopen van 2
Meer en identificeren van de symbolen in bladmuziek . U moet weten dat er een " # " betekent scherp en een "b" betekent plat . U moet de symbolen voor rust en elke noot kennen . U moet weten wat een hoge en lage tonen sleutel eruit ziet, maar ook de betekenis van maatsoorten . U kunt eenvoudig de middelen voor symbolen online .
3
Leer de namen van de reeks van 12 noten in een chromatische toonladder . U kunt lezen elke sleutel als een alfabet vanaf A en gaat naar G. Elke noot heeft een scherpe en een plat , behalve voor B , C , E en F. De flat van de ene noot is ook de scherpe van de vorige noot .
4
Leer de tijd en toonsoorten . De maatsoort is aan het begin van elk personeelslid . Dit geeft aan hoeveel beats in een maat en welke noot een tel krijgt . Oefen de maatsoort . De toonsoort is ook aan het begin van het personeel en laat zien hoe veel kruisen en mollen zijn in de song.
5
Leer de verschillen met de bas en treble clef . De bass en treble clef zijn bijna identiek , behalve voor de uitgangspunten van de toelichting. De onderste ruimte van een g-sleutel is een F , terwijl de onderste ruimte van een bassleutel is een A.
6
Practice . Zodra je de noten en hun functies te leren , het enige wat je moet doen is de praktijk totdat het een tweede natuur . Er zijn tal van online bronnen die u zullen helpen trainen en boren muziek noten. U kunt ook de hulp van een instructeur die in verdere diepte kan gaan op de muziek theorie te zoeken .