* Het geluid van donder wordt veroorzaakt door de snelle opwarming en afkoeling van de lucht rond een bliksemschicht. Wanneer de bliksem inslaat, ontstaat er een zeer heet luchtkanaal dat snel uitzet. Deze uitzetting creëert een schokgolf die zich met de snelheid van het geluid door de lucht voortbeweegt. De schokgolf is wat we horen als donder.
* De afstand tot de bliksemschicht kan worden geschat door de seconden te tellen tussen de bliksemflits en het geluid van de donder. Geluid plant zich voort met een snelheid van ongeveer 350 meter per seconde, dus elke seconde tussen de flits en de donder betekent dat de bliksemschicht ongeveer 350 meter verwijderd is.
* Donder kan een ander geluid zijn, afhankelijk van de afstand tot de bliksemschicht. Dicht bij de bliksemschicht zal de donder een scherpe knal zijn. Verder weg zal de donder een laag gerommel zijn.
* In de bergen is ook donder te horen, zelfs als de bliksemschicht niet zichtbaar is. Dit komt omdat de geluidsgolven van de bliksemschicht van de bergen kunnen weerkaatsen en terug naar de grond kunnen stuiteren.
* Onweersbuien kunnen veel onweer veroorzaken. Eén enkele onweersbui kan tot wel 100 bliksemschichten voortbrengen, en elke bliksemschicht kan zijn eigen donderslag veroorzaken. Dit kan leiden tot een zeer luide en rommelende onweersbui.