De toonhoogte van een geluid wordt bepaald door de frequentie van de geluidsgolf. Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toonhoogte. Wanneer je een gitaarsnaar aanspant, verhoog je de spanning van de snaar, waardoor de snaar sneller gaat trillen en een hogere toon produceert. Wanneer je een gitaarsnaar losmaakt, verminder je de spanning van de snaar, waardoor de snaar langzamer gaat trillen en een lagere toonhoogte produceert.