* Hoge toon: Een geluid met een hogere frequentie wordt waargenomen als een hoge toon, terwijl een geluid met een lagere frequentie wordt waargenomen als een lage toon.
* Frequentie: De frequentie van een geluid is het aantal geluidsgolven dat in één seconde een vast punt passeert, gemeten in Hertz (Hz). Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toonhoogte.
De toonhoogte kan worden genoteerd met behulp van een notenbalk met noten die specifieke toonhoogtes vertegenwoordigen. Elke noot op de notenbalk komt overeen met een specifieke frequentie. De toonhoogte kan ook worden beschreven in termen van intervallen, de afstand tussen twee toonhoogtes. Het kleinste interval in de westerse muziek is een halve toon, de afstand tussen twee aangrenzende toetsen op een piano.
Muziekinstrumenten produceren verschillende toonhoogtes door op verschillende frequenties te trillen. Een vioolsnaar produceert bijvoorbeeld een hogere toonhoogte als hij strak wordt getrokken en sneller trilt, en een lagere toonhoogte als hij los zit en langzamer trilt.
Toonhoogte is een essentieel element bij het creëren van melodieën en harmonieën in muziek. Melodieën worden gevormd door een reeks toonhoogtes die een muzikale lijn creëren, terwijl harmonieën worden gevormd door het gelijktijdig klinken van meerdere toonhoogtes die een aangenaam geluid creëren.
Het begrijpen en beheersen van de toonhoogte is cruciaal voor muzikanten en zangers om muziek nauwkeurig en expressief uit te voeren.