Afhankelijk van het type en ontwerp van de gitaar kan de halsrand gemaakt zijn van een apart stuk hout dat op de hals is gelijmd, of kan deze rechtstreeks in de hals zelf zijn gesneden. De rand is meestal afgerond en glad om comfortabele vingerbewegingen langs de nek te vergemakkelijken.
De aanwezigheid van een nekrand wordt vaker aangetroffen bij klassieke gitaren, met name flamencogitaren, waar ernaar wordt verwezen als een "cejilla" (wat letterlijk "brugje" betekent) of "traste 0" ("nul fret"). De nekrand op flamencogitaren biedt niet alleen positiereferentie voor de vingers, maar dient ook om het karakteristieke "zoemende" of "grommende" geluid te versterken dat kenmerkend is voor het flamencogitaarspel.
Hoewel een halsrand niet zo gebruikelijk is bij elektrische en akoestische staalsnarige gitaren, kunnen sommige modellen toch een subtiele halsrand of randachtige functie bevatten voor extra speelbaarheid en comfort.