De duur kan ook worden aangegeven met andere symbolen die aangeven hoeveel tellen elke noot moet duren, zoals:
- halve noten (laatste 2 tellen)
- gestippelde kwartnoten (laatste 1,5 tellen)
- achtste noten (laatste ½ tel)
- zestiende noten (laatste ¼ tel)
Wat betreft het vertellen wanneer de ene noot eindigt en de andere begint, zijn er verschillende manieren, waaronder:
- Maatlijnen:verticale lijnen die de notenbalk in maten verdelen en het begin en einde van elke muzikale frase aangeven.
- Nootstelen:naar beneden gerichte stelen geven de eerste noot in een maat aan, terwijl de naar boven wijzende stelen de volgende noten aangeven.
- Nootkoppen:de gevulde notenkop markeert de maatslag of de eerste noot in de maat, en de ongevulde notenkop markeert de andere tellen.
- Meterhandtekening:dit specificeert hoeveel tellen er in een maat zitten en welke nootwaarde één tel krijgt.
- Gebaren van de dirigent:bij live optredens gebruiken dirigenten handgebaren om het begin en einde van elke tel visueel weer te geven, waardoor muzikanten gesynchroniseerd blijven.