* Eén enkele onafhankelijke melodielijn zonder begeleiding
>Voorbeelden:Gregoriaans gezang, enkele volksliederen
Heterofonie
* Eén hoofdmelodische lijn met één of meer begeleidende partijen, waarbij tegelijkertijd kleine variaties worden gespeeld
>Voorbeelden:muziek uit de vroege renaissance, enkele traditionele muziek
Homofonie
* Twee of meer delen die in hetzelfde ritme samen bewegen; de hoofdmelodie met ondergeschikte regels
>Voorbeelden:de meeste hymnen, popsongs, enkele marsen
Polyfonie
* Twee of meer onafhankelijke melodielijnen worden tegelijkertijd gespeeld
>Voorbeelden:renaissance- en barokmuziek, fuga, rondes