Er schijnt een geringd wonder; De verhalen van Saturnus hebben de overhand.
Voorbij de grenzen van onze wereld, zo uitgestrekt en wijds,
Een reus met geheimen die we niet kunnen verbergen.
Yo, ik ben Saturnus, het kosmische spektakel,
Koning der ringen, ongeëvenaard.
Met mijn ijzige buitenkant, koud als ijs,
Maar diep van binnen zit een vurig kruid.
Ik heb een systeem, manen aan mijn zijde,
Titan, Enceladus, ik neem ze op de voet.
Ze cirkelen om mij heen, een majestueuze bemanning,
Ieder uniek, met nieuwe wonderen.
Mijn ringen, ze glinsteren, een goddelijke halo,
Een hemels schouwspel, zo mooi.
Gemaakt van ijs en steen, een kosmisch schouwspel,
Ze vangen op betoverende wijze het sterrenlicht op.
In de diepten van de ruimte draai ik langzaam rond,
Mijn jaren zijn langer, mijn tijd neemt zijn lot.
Maar mijn mysteries ontvouwen zich terwijl we onderzoeken,
Sondes hebben zich gewaagd en hebben zoveel meer onthuld.
Door Cassini's ogen zagen we mijn wonderen zich ontvouwen,
Geisers van Enceladus, nog onvertelde verhalen.
Een glimp van het potentieel van het leven, een vonk zo helder,
In het rijk van Saturnus, waar dromen op de vlucht slaan.
Dus reis verder, rap op kosmische snaren,
In de rapwereld zingt de glorie van Saturnus.
Laten we ons met ontzag en verwondering allemaal verenigen,
Om de kosmos te verkennen en het licht te ontsluiten.