- Melodie :De belangrijkste muzikale lijn of opeenvolging van noten.
- Harmonie :De combinatie van verschillende toonhoogtes die tegelijkertijd worden gespeeld.
- Ritme :Het patroon van duur, beats en accenten in de muziek.
- Tempo :De snelheid waarmee de muziek wordt afgespeeld.
- Dynamiek :De variaties in volume of luidheid in de muziek.
- Timbre :De kwaliteit of klankkleur van het geluid dat door verschillende muziekinstrumenten of stemmen wordt geproduceerd.
- Formulier :De algemene structuur van de muziek, inclusief de indeling van secties, herhalingen en variaties.
- Textuur :De manier waarop verschillende muzikale elementen worden gecombineerd, zoals het aantal stemmen of instrumenten dat tegelijk speelt.
- Instrumentatie :De specifieke instrumenten of stemmen die worden gebruikt om een muziekstuk uit te voeren.
- Muzikale stijl :De onderscheidende kenmerken van een bepaald genre of een bepaalde muziektraditie, beïnvloed door factoren zoals culturele achtergrond, historische periode en persoonlijke artistieke expressie.
Deze muzikale kenmerken werken op elkaar in en werken samen om het algehele geluid en karakter van een muziekstuk te creëren, waardoor de emotionele en esthetische ervaring voor luisteraars wordt gevormd.