De lengte van een snaar is omgekeerd evenredig met de frequentie van het geluid dat hij produceert. Dit betekent dat langere snaren lagere geluiden produceren, terwijl kortere snaren hogere geluiden produceren.
Snaarspanning
De spanning van een snaar is ook omgekeerd evenredig met de frequentie van het geluid dat hij produceert. Dit betekent dat strakkere snaren hogere geluiden produceren, terwijl lossere snaren lagere geluiden produceren.
Snaardikte
De dikte van een snaar is recht evenredig met de frequentie van het geluid dat hij produceert. Dit betekent dat dikkere snaren lagere geluiden produceren, terwijl dunnere snaren hogere geluiden produceren.
Samenvatting
De drie belangrijkste factoren die de toonhoogte bepalen van een geluid dat door een snaar wordt geproduceerd, zijn de lengte, spanning en dikte. Langere, lossere en dikkere snaren produceren lagere geluiden, terwijl kortere, strakkere en dunnere snaren hogere geluiden produceren.