Een viool heeft kortere snaren dan een contrabas en produceert dus hogere tonen. De gemiddelde lengte van een vioolsnaar is ongeveer 33 cm, terwijl de gemiddelde lengte van een contrabassnaar ongeveer 104 cm is. Dit betekent dat de vioolsnaren op een hogere frequentie trillen dan de snaren van de contrabas, waardoor hogere tonen ontstaan.
Naast de lengte van de snaren heeft ook de spanning van de snaren invloed op de toonhoogte van het geluid. Hoe strakker de snaren zijn, hoe hoger de toon. Vioolsnaren zijn doorgaans strakker dan contrabassnaren, wat ook bijdraagt aan de hogere toonhoogte van de viool.
Tenslotte heeft ook de vorm van de body van het instrument invloed op de klank. Het lichaam van een viool is kleiner en resonanter dan het lichaam van een contrabas, wat betekent dat het een helderder, meer gefocust geluid produceert.