De vroegst bekende polyfone muziek is het organum, een soort geïmproviseerde begeleiding van het gregoriaans. Na het organum volgde het motet, een polyfone compositie gebaseerd op een heilige tekst. Motetten werden vaak gezongen door een koor, waarbij elke stem een ander deel van de melodie zong.
In de 13e eeuw ontstond in Frankrijk de Ars Nova-beweging. Deze beweging werd gekenmerkt door het gebruik van complexere ritmes en harmonieën, evenals de ontwikkeling van nieuwe muziekinstrumenten. In de Ars Nova-periode ontstond de polyfone mis, een complexe muzikale compositie gebaseerd op de katholieke mis.
In de 14e eeuw ontstond de renaissancemuziekstijl. Deze stijl werd gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor de klassieke Griekse en Romeinse cultuur, en door het gebruik van meer seculiere (niet-religieuze) teksten in de muziek. In de renaissanceperiode zag ook de opkomst van de opera, een vorm van muziektheater die muziek, drama en dans combineerde.
In de 17e eeuw ontstond de barokke muziekstijl. Deze stijl werd gekenmerkt door zijn dramatische en emotionele kwaliteiten, maar ook door het gebruik van grote orkesten en complexe harmonieën. In de barokperiode ontstonden het concerto, een muziekcompositie voor solist en orkest, en de sonate, een muziekcompositie voor een solo-instrument of een kleine groep instrumenten.
In de 18e eeuw ontstond de klassieke muziekstijl. Deze stijl werd gekenmerkt door zijn helderheid, balans en eenvoud. In de Klassieke periode ontstonden de symfonie, een grootschalige muziekcompositie voor orkest, en het strijkkwartet, een muziekcompositie voor vier snaarinstrumenten.
In de 19e eeuw ontstond de romantische muziekstijl. Deze stijl werd gekenmerkt door zijn emotionele intensiteit en expressiviteit, maar ook door het gebruik van grote orkesten en complexe harmonieën. In de Romantiek ontstond het toongedicht, een muzikale compositie gebaseerd op een literair of poëtisch werk, en de opera, die in deze periode zijn hoogtepunt bereikte.
De 20e eeuw zag de opkomst van de moderne muziekstijl. Deze stijl werd gekenmerkt door het experimenteren met nieuwe muzikale vormen en technieken, maar ook door het gebruik van elektronische instrumenten. De 20e eeuw zag de opkomst van jazz, een vorm van geïmproviseerde muziek die zijn oorsprong vond in de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap, en rock-'n-roll, een vorm van populaire muziek die in de jaren vijftig in de Verenigde Staten opkwam.