* AH: Zeg 'ah' zoals de 'a' in 'vader'.
* VEH: Zeg 'veh' zoals de 've' in 'groente'.
* VER: Zeg 'ver' zoals de 'ver' in 'vertex'.
* UH: Zeg 'uh' zoals de 'u' in 'omhoog'.
* M: Zeg 'm' zoals de 'm' in 'mama'.