Hier ziet u hoe de dia de toonhoogte van de noten verandert:
1. Openstaande positie :Wanneer de schuif volledig is uitgeschoven (helemaal naar buiten), creëert deze het langst mogelijke pad dat de lucht kan afleggen. Dit produceert de laagste tonen op de trombone.
2. De schuif naar binnen verplaatsen (in de richting van de bel): Naarmate de schuif naar binnen wordt bewogen, wordt de weg voor de lucht korter. Hierdoor wordt de toonhoogte van de noot verhoogd. Elke opeenvolgende positie terwijl u de schuif naar binnen beweegt, komt overeen met een hogere noot in het bereik van de trombone.
3. Posities :Trombonisten gebruiken specifieke handposities om te onthouden waar ze de schuif voor verschillende noten moeten plaatsen. De basisposities variëren van de 1e positie (volledig uitgeschoven) tot en met de 7e positie (bijna volledig gesloten).
4. Combinatie van slide-posities en lipspanning: Naast de slide gebruiken trombonisten ook hun embouchure (lipspanning en luchtsnelheid) om de toonhoogte aan te passen en specifieke noten te produceren. Bij bepaalde noten kunnen kleine aanpassingen aan de embouchure nodig zijn in combinatie met de juiste schuifpositie.
5. Aanvullende speeltechnieken: Ervaren trombonisten kunnen ook andere technieken gebruiken om noten te veranderen, zoals vingerzettingtriggers of het gebruik van uitgebreide schuifposities voorbij de 7e positie.
Door de schuif vakkundig te verplaatsen en hun embouchure te controleren, kunnen trombonisten een breed scala aan noten produceren en prachtige melodieën, harmonieën en solo's creëren.