Welk ritmisch middel gebruikte Ludwig van Beethoven in het openingsgedeelte van het tweede deel van zijn symfonie nr. 7 om muzikale eenheid te creëren?
Het ritmische apparaat dat Beethoven in het openingsgedeelte van het tweede deel van zijn Symfonie nr. 7 gebruikte om muzikale eenheid te creëren, wordt een ritmisch ostinato genoemd. Een ritmisch ostinato is een kort, herhaald ritmisch patroon dat door de hele compositie heen wordt gebruikt om een gevoel van eenheid en continuïteit te creëren. In het tweede deel van Symfonie nr. 7 is het ritmische ostinato gebaseerd op een gestippeld ritme dat wordt gespeeld door de lagere strijkers en de fagot. Dit ritmische patroon wordt gedurende de hele beweging herhaald en helpt een gevoel van eenheid en samenhang te creëren.