Deze toetsen worden raaklijnen genoemd en worden gebruikt om de toonhoogte van de snaren te veranderen, net zoals de toetsen op een piano. Door op een toets te drukken, verhoogt of verlaagt de speler de raaklijn, wat op zijn beurt de lengte van het trillende gedeelte van de snaar verandert en dus de toonhoogte van de geproduceerde noot verandert.