Wat betekent fagot?
1. Een muziekinstrument uit de houtblazersfamilie, bestaande uit een lange, enigszins conische buis met een dubbel riet en een bereik van Bes onder de bassleutel tot F boven de vioolsleutel.
2. Het laagst klinkende lid van de dubbelrietfamilie, groter dan een hobo en met een karakteristieke rijke, zachte toon.