* Embouchure: De embouchure is de manier waarop de lippen en gezichtsspieren van de speler op het mondstuk van de trompet zijn geplaatst. Door de embouchure aan te passen, kan de speler de toonhoogte van de gespeelde noot veranderen.
* Luchtdruk: De hoeveelheid luchtdruk die de speler op de trompet uitoefent, heeft ook invloed op de toonhoogte. Het verhogen van de luchtdruk zal de toonhoogte verhogen, terwijl het verlagen van de luchtdruk de toonhoogte zal verlagen.
* Dia: De schuif is een beweegbaar gedeelte van de buis op de trompet dat kan worden uitgeschoven of ingetrokken om de lengte van het instrument te veranderen. Als u de schuif uitschuift, wordt de toonhoogte verlaagd, terwijl het intrekken van de schuif de toonhoogte verhoogt.
* Kleppen: De kleppen op de trompet worden gebruikt om de lengte van de slang te veranderen door verschillende sets kleppen te openen en te sluiten. Dit verandert de toonhoogte van de gespeelde noot.
* Vingers: De vingerzettingen die op de trompet worden gebruikt, hebben ook invloed op de toonhoogte. Elke vingerzettingscombinatie correspondeert met een andere noot.
Door deze verschillende technieken te combineren, kunnen trompettisten een breed scala aan toonhoogtes produceren.