De Hanunuo Mangyans gebruiken veel instrumenten in hun liederen en dansen, meestal gongs, bamboe-instrumenten en een enkel gonginstrument vergelijkbaar met de gong agung van Java en Bali. De gangsa bestaat uit een gong die aan een houten standaard hangt, en de gabbang en de tongatong hangen aan een rotanframe.
Bamboe-instrumenten zijn onder meer de tongali (ook bekend als de bamboefluit) en de bamboeciter, evenals de bamboexylofoon (met metalen toetsen), bekend als de tongatong patpat of tongatong putok.
De Hanunuo maken een kleine banjo die ze bangibang noemen, het lichaam is gemaakt van een grote noot. Ze hebben ook een mondharp, met een bamboesnaar, bekend als de sigid.