Scherpen:
- F scherp (#F)
- C scherp (#C)
- Gis (#G)
- D scherp (#D)
- Een scherpe (#A)
- E scherp (#E)
- Bes (#B)
Platte schoenen:
- Bes (Bb)
- Es (Eb)
- Een platte (Ab)
- D vlak (Db)
- G vlak (Gb)
- C vlak (Cb)
- F vlak (Fb)
Elk van deze symbolen kan worden gebruikt om de toonhoogte van een noot met een halve toon te verhogen of te verlagen, afhankelijk van de toonsoort van het muziekstuk.