1. Object: Een muziekinstrument is een fysiek object, los van de uitvoerder. Dit kan een grote verscheidenheid aan objecten omvatten, van traditionele snaar-, blaas- en percussie-instrumenten tot elektronische apparaten en zelfs het menselijk lichaam.
2. Actie door uitvoerder: Het geluid van een muziekinstrument wordt geproduceerd door de acties van een uitvoerder. Dit kan het spelen, slaan, blazen of anderszins interactie met het instrument inhouden.
3. Geluidsproductie: Het resultaat van de acties van de uitvoerder is de productie van geluid. Dit geluid moet voor het menselijk oor hoorbaar zijn, hoewel het specifieke bereik van frequenties en volume per instrument sterk kan variëren.
4. Muzikale kwaliteiten: Het meest cruciale aspect van een muziekinstrument is dat de klank ervan muzikale kwaliteiten bezit. Dit betekent dat het geluid als aangenaam, expressief of anderszins artistiek waardevol kan worden ervaren. De specifieke muzikale kwaliteiten van een instrument zijn afhankelijk van het ontwerp, de materialen en de vaardigheid van de uitvoerder.
Het is belangrijk op te merken dat de definitie van een muziekinstrument behoorlijk breed kan zijn en een grote verscheidenheid aan objecten kan omvatten. Sommige traditionele muziekinstrumenten voldoen mogelijk niet strikt aan al deze criteria, en nieuwe technologieën blijven de grenzen verleggen van wat als een muziekinstrument wordt beschouwd.