1. Tekenreeks :Deze instrumenten omvatten de viool, altviool, cello en contrabas. Ze worden allemaal bespeeld door aan de snaren te tokkelen.
2. Wind :Deze familie omvat de fluit, hobo, klarinet, fagot en contrafagot. Deze instrumenten worden allemaal bespeeld door lucht over een riet te blazen.
3. Messing :Deze familie omvat de trompet, trombone, hoorn en tuba. Deze instrumenten worden allemaal bespeeld door lucht door een metalen buis te blazen.
4. Percussie :Deze familie omvat een grote verscheidenheid aan instrumenten, zoals drums, cimbalen en klokkenspellen. Deze instrumenten worden bespeeld door erop te slaan.
Enkele aanvullende instrumenten die in het orkest te vinden zijn, zijn de harp, de piano en de synthesizer. Deze instrumenten zijn technisch gezien niet in een van de vier families ingedeeld.
De instrumentatie van een orkest kan variëren afhankelijk van de specificaties van de componist. Een standaardsymfonieorkest heeft doorgaans ongeveer 100 muzikanten.