Mariachi-muziek is een genre van regionale Mexicaanse muziek dat zijn oorsprong vindt in het westelijke deel van Mexico, met name in de staten Jalisco, Nayarit, Colima, Michoacán en Zacatecas. De belangrijkste instrumenten die in Mariachi-muziek worden gebruikt, zijn:
- Guitarrón: Een grote basgitaar met een ronde achterkant en een platte bovenkant, meestal bespeeld door de leider van de Mariachi-band.
- Vihuela: Een kleine gitaar met een ronde achterkant en een platte bovenkant, meestal gebruikt voor het spelen van begeleidingen en melodieën.
- Guitarra de golpe: Een gitaar vergelijkbaar met de vihuela maar met een kleinere body, gebruikt voor het spelen van ritmische patronen.
- Guitarra sexta: Een zessnarige gitaar, meestal gebruikt voor het spelen van melodieën.
- Trompet: Een koperinstrument dat vaak met een gedempte bel wordt bespeeld om een zacht en zacht geluid te creëren.
- Viool: Een snaarinstrument dat vaak wordt gespeeld in Mariachi-bands.
- Harp: Een snaarinstrument met een driehoekig frame, vaak gebruikt om textuur en volheid aan de muziek toe te voegen.
Oorsprong van de stijlen Samba, Calypso en Bossa Nova:
- Samba: Ontstaan in Brazilië, met wortels in de Afro-Braziliaanse cultuur. Het ontwikkelde zich in de 19e eeuw in de staat Bahia, vooral in de stad Salvador. Samba kenmerkt zich door levendige en ritmische muziek met sterke percussieve elementen.
- Calypso: Ontstaan op de Caribische eilanden, met name Trinidad en Tobago. Het ontstond in het begin van de 20e eeuw als een samensmelting van Afrikaanse, Franse en Spaanse muzikale invloeden. Calypso staat bekend om zijn verhalen en satirische teksten, waarbij vaak een ritmische stijl wordt gebruikt die 'calipso-ritme' wordt genoemd.
- Bossa Nova: Het ontstond eind jaren vijftig in Brazilië als een samensmelting van Samba met jazz en Amerikaanse populaire muziek. Het is ontstaan in de stedelijke gebieden van Rio de Janeiro, vooral in de buurt van Ipanema. Bossa Nova wordt gekenmerkt door zijn zachte, ontspannen en verfijnde geluid.