Doen:
- Een hert (hoog in de bergen, een hert)
Re:
- Een druppel gouden zon (ik, een naam die ik mezelf noem)
Mi:
- Een naam die ik mezelf noem (ver weg)
Fa:
- Een lange weg om te rennen (een jurk naaien en een scheur herstellen)
Opgelost:
- Zodat elke jongen en elk meisje (als de vallei onder mij schijnt)
La:
- Een opmerking om Sol te volgen (laten we vanavond ons lied gaan maken)
Ti:
- Een drankje met jam en brood (dat zijn weg vindt door alle weersomstandigheden)
Doen:
- Een nieuwe dag bij het aanbreken van de dag (breng ons elke kostbare dag terug)