Hier is een vereenvoudigde uitleg van hoe hendels in piano's worden gebruikt:
1. Sleutel: Wanneer u op een toets drukt, activeert u feitelijk een hendel. De sleutel zelf fungeert als invoerhendel.
2. Wippen: De sleutel is verbonden met een onderdeel dat de wippen wordt genoemd, wat een andere hendel is. De wippen zijn aan het ene uiteinde draaibaar en aan het andere uiteinde verbonden met de krik.
3. Jack: De krik is een hendel die op de achterkant van de sleutel rust. Wanneer de toets wordt ingedrukt, drukt de wippen op de krik.
4. Hamer: De krik is verbonden met de hamer, het deel dat daadwerkelijk op de snaren slaat. Wanneer de krik naar beneden wordt geduwd, zorgt dit ervoor dat de hamer omhoog beweegt en de snaar raakt.
5. Controleer: Een extra hefboom, de cheque genaamd, vangt de hamer op nadat deze de snaar heeft geraakt en voorkomt dat deze terugstuitert en meerdere keren op de snaar slaat.
6. Demper: De demper is een hefboom die op de snaar rust. Normaal gesproken is deze verbonden met de snaar, waardoor deze niet kan trillen. Wanneer een toets wordt ingedrukt, wordt de demper van de snaar getild, waardoor deze vrij kan trillen en geluid kan produceren.
Samenvattend worden in piano's hefbomen gebruikt om de kracht van het indrukken van de toetsen over te brengen naar de hamers die de snaren raken, en om de dempers te regelen die de duur van het geluid regelen dat door elke snaar wordt geproduceerd. De zorgvuldig ontworpen combinatie van hendels en andere componenten in het pianomechaniek zorgt voor nauwkeurige controle over de productie van geluid en stelt pianisten in staat hun muzikaliteit tot uitdrukking te brengen door middel van hun uitvoeringen.