1. Controleer de stemknoppen: Zorg ervoor dat de stemknop van de E-snaar goed is vastgedraaid en dat de snaar gelijkmatig is opgewonden. Als de pin los zit, draai hem dan vast door hem met de klok mee te draaien totdat de snaar de juiste toonhoogte heeft.
2. Controleer de snaarspanning: De E-snaar kan te los of te strak zijn. Probeer de spanning aan te passen door de stemknop iets met de klok mee te draaien om de snaar strakker te maken, of tegen de klok in om hem losser te maken. Maak kleine aanpassingen en luister naar de toonhoogte totdat de snaar goed gestemd is.
3. Controleer de brug: De E-snaar zit mogelijk niet goed in de brug. Controleer of het touwtje goed in de gleuf zit en of het zadel goed is afgesteld. Als het zadel te hoog of te laag staat, kan dit de intonatie van de snaar beïnvloeden.
4. Controleer de moer: De E-snaar kan vast komen te zitten in de topkam, waardoor deze vals kan klinken. Controleer of de snaar goed in de moersleuf zit en of er geen obstakels zijn die verhinderen dat de snaar vrij kan trillen.
5. Controleer de frets: Het kan zijn dat de E-snaar tegen een fret zoemt, waardoor deze vals kan klinken. Controleer of de frets waterpas zijn en of de snaar ze niet raakt. Als een fret te hoog is, moet je hem mogelijk door een gitaartechnicus laten vijlen.
6. Controleer de intonatie: Het kan zijn dat de intonatie van je gitaar aangepast moet worden. Dit houdt in dat de lengte van de snaren wordt aangepast, zodat ze bij elke fret goed zijn afgestemd. Je kunt de intonatie controleren door elke noot op de E-snaar te spelen en deze te vergelijken met de overeenkomstige noot op het stemapparaat. Als de noten niet goed zijn afgestemd, moet u mogelijk de intonatieschroeven op de brug aanpassen.
Als u het probleem niet kunt oplossen door deze stappen te volgen, is het raadzaam uw gitaar naar een gekwalificeerde gitaartechnicus te brengen voor verdere inspectie en afstelling.