Er wordt aangenomen dat het rond 3000 voor Christus in het Midden-Oosten is ontstaan. Het werd in de 17e eeuw in Europa geïntroduceerd en werd al snel een populair instrument in orkesten en kamermuziekensembles. De hobo wordt ook gebruikt in militaire bands en fanfares.
Het vereist veel adembeheersing, embouchure (de manier waarop de lippen op het riet zijn geplaatst) en vingertechniek. Ook moeten hobospelers goed noten kunnen lezen en een goed gevoel voor toonhoogte hebben.
Het heeft een prachtig, expressief geluid dat kan worden gebruikt om een breed scala aan muzikale effecten te creëren. Er is vaak veel vraag naar hobospelers en ze kunnen genieten van een succesvolle carrière in de muziek.
Ten eerste is het belangrijk om een goede leraar te vinden die je kan helpen de juiste techniek te ontwikkelen. Ten tweede zul je regelmatig moeten oefenen om je vaardigheden te verbeteren. Tenslotte moet je geduld hebben, want het kan een aantal jaren duren voordat je een bekwame hobospeler wordt.
Als je bereid bent er tijd en moeite in te steken, kan het leren spelen van de hobo een zeer lonende ervaring zijn.