- Gebruik de juiste snaren. Sommige snaren zijn gevoeliger voor piepen dan andere. Gecoate snaren zullen bijvoorbeeld minder snel piepen dan ongecoate snaren.
- Houd je snaren schoon. Vuil en roet kunnen zich ophopen op uw snaren, waardoor ze gaan piepen. Maak je snaren regelmatig schoon met een zachte doek en een mild schoonmaakmiddel.
- Smeer je snaren. Om je snaren te smeren kun je allerlei producten gebruiken, zoals smeermiddel voor gitaarsnaren, minerale olie of bijenwas. Breng een kleine hoeveelheid glijmiddel aan op je snaren en wrijf het in met je vingers.
- Pas je actie aan. De actie van je gitaar is de afstand tussen de snaren en de frets. Als de actie te hoog is, zullen de snaren sneller gaan piepen. Door aan de trussrod te draaien kun je de actie aanpassen.
- Gebruik een luchtbevochtiger. Droge lucht kan ervoor zorgen dat je snaren piepen. Het gebruik van een luchtbevochtiger in je gitaarkoffer helpt de snaren gehydrateerd te houden en vermindert het risico op piepen.
- Controleer de moer en brug. De topkam en de brug zijn twee belangrijke onderdelen van je gitaar die de klank van de snaren kunnen beïnvloeden. Als de topkam of brug beschadigd of versleten is, kunnen de snaren gaan piepen. Zorg ervoor dat de topkam en brug in goede staat zijn en dat de snaren goed op hun plaats zitten.
- Laat je gitaar professioneel afstellen. Als je nog steeds problemen hebt met het piepen van de snaren, wil je misschien je gitaar professioneel laten afstellen. Een gekwalificeerde gitaartechnicus kan de oorzaak van het piepen identificeren en verhelpen.