Fluit: Een houtblazersinstrument dat wordt bespeeld door lucht door een gat aan de zijkant van de buis te blazen.
Klarinet: Een houtblazersinstrument met een mondstuk met één riet, een cilindrische loop en een conische beker.
Trompet: Een koperinstrument met een cilindrische buis en een komvormig mondstuk.
Trombone: Een koperblaasinstrument met een schuif die de lengte van de buis verandert, waardoor verschillende toonhoogtes kunnen worden gespeeld.
Saxofoon: Een houtblazersinstrument met een mondstuk met één riet, een conisch lichaam en een bel.