* Harp: Een snaarinstrument met een driehoekig frame en snaren die van boven naar beneden lopen.
* Fiddle: Een snaarinstrument met een platte achterkant en gebogen zijkanten, bespeeld met een strijkstok.
* Recorder: Een houtblazersinstrument met een cilindrisch lichaam en gaten om de toonhoogte te regelen.
* Shawm: Een houtblazersinstrument met een conisch lichaam en een dubbel riet.
* Doedelzak: Een blaasinstrument bestaande uit een leren tas, een chanter en een of meer drones.
* Toetsinstrumenten: In deze periode werden ook orgels en klavecimbels gebruikt.