Het belangrijkste onderdeel van een cello is het hout waarvan het is gemaakt. De meest gebruikte houtsoorten zijn esdoorn, sparren en populier. Esdoorn wordt gebruikt voor de zijkanten en achterkant van de cello, terwijl sparrenhout wordt gebruikt voor het bovenblad. Populier wordt gebruikt voor de nek en krul.
2. Het hout kruiden.
Nadat het hout is gekozen, moet het worden gekruid. Bij dit proces wordt het hout langzaam en zorgvuldig gedroogd om eventueel vocht te verwijderen. Dit kan meerdere jaren duren.
3. Het hout snijden.
Nadat het hout is gekruid, wordt het in de vorm van een cello gesneden. Dit is een zeer delicaat proces en er is een ervaren vakman voor nodig om het goed uit te voeren.
4. Het hout aan elkaar lijmen.
Nadat het hout is gesneden, wordt het aan elkaar gelijmd om het lichaam van de cello te vormen. Dit is weer een cruciale stap, en deze moet zorgvuldig worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de cello sterk en duurzaam is.
5. Het aanbrengen van de afwerking.
De laatste stap is het aanbrengen van de afwerking op de cello. Dit kan met verschillende materialen, zoals vernis, lak of schellak. De afwerking beschermt het hout en geeft de cello een prachtige uitstraling.
Het maken van een cello is een complex en tijdrovend proces, maar het eindresultaat is een prachtig en uniek muziekinstrument.