1. Bereik :De cello heeft een veel lager toonbereik vergeleken met de viool. De snaren van een cello zijn gestemd op C, G, D en A, terwijl die van een viool gestemd zijn op G, D, A en E. Hierdoor krijgt de cello een warmere en diepere toon dan de viool, waardoor hij geschikt is voor het spelen van lagere melodieën en harmonieën.
2. Klankkleur :Het geluid geproduceerd door een viool en cello is verschillend vanwege hun fysieke kenmerken. De cello heeft een rijkere en resonantere toon vanwege zijn grotere body en dikkere snaren. De toon van de viool is daarentegen helderder en doordringender.
3. Speeltechniek :De manier waarop de instrumenten worden bespeeld is anders. De viool wordt bespeeld door hem tussen de schouder en de kin te houden, terwijl de strijkstok over de snaren wordt getrokken. De cello daarentegen wordt zittend bespeeld, met het instrument tussen de benen. De speler gebruikt een grotere en zwaardere strijkstok en de snaren worden met een onderhandse beweging gebogen.
4. Muziek :De twee instrumenten worden vaak gebruikt in verschillende soorten muziek. De viool wordt vaak gebruikt in klassieke muziek, volksmuziek en jazz, terwijl de cello vaker voorkomt in klassieke muziek, kamermuziek en orkestwerken.
5. Grootte :Zoals gezegd is de cello aanzienlijk groter dan de viool. De gemiddelde full-size viool is zo’n 60 centimeter lang, terwijl een full-size cello wel 125 centimeter kan meten.
Samenvattend verschillen de viool en cello, afgezien van hun grootte, qua bereik, timbre, speeltechniek, typisch gebruik in verschillende muziekgenres en algehele geluidskwaliteit.