Gebrek aan vertrouwen :Het uitvoeren van een pianoconcert vereist een bepaald niveau van vertrouwen en comfort met iemands capaciteiten. Als een persoon met rudimentaire vaardigheden geen vertrouwen heeft in zijn spel of zich onbekwaam voelt in vergelijking met andere pianisten, kan hij aarzelen om in een openbare omgeving op te treden.
Angst voor een negatief oordeel :Zorgen over kritiek of een negatief oordeel van het publiek of andere muzikanten kunnen iemand ervan weerhouden een pianoconcert te geven. Als een pianist zich bewust is van zijn technische beperkingen en denkt dat hij niet aan de verwachtingen van het publiek zal voldoen, kan hij besluiten zichzelf niet bloot te stellen aan mogelijke kritiek.
Prestatieangst :Sommige mensen ervaren faalangst, een intens gevoel van nervositeit of angst dat gepaard gaat met optreden voor een publiek. Als de angst ernstig is, kan dit de pianist ervan weerhouden zijn beste optreden te geven, wat in het algemeen tot een negatieve ervaring kan leiden.
Onvoorbereidheid :Rudimentaire vaardigheden kunnen wijzen op een gebrek aan voorbereiding of oefening. Een pianoconcert vergt een aanzienlijke hoeveelheid tijd en moeite om het repertoire voor te bereiden, technische aspecten te oefenen en muzikale interpretatie te ontwikkelen. Zonder adequate voorbereiding kan de pianist zich slecht toegerust voelen om een concert te geven en ervoor kiezen om niet op te treden.
Focus op leren en verbeteren :Voor iemand met rudimentaire vaardigheden kan de primaire focus liggen op het leren en verbeteren van zijn spel, in plaats van op het geven van een concert. Ze beseffen misschien dat ze hun techniek, muzikaal inzicht en repertoire nog moeten ontwikkelen voordat ze zich klaar voelen om in het openbaar op te treden.
Persoonlijke voorkeur :Sommige mensen houden gewoon niet van de schijnwerpers en spelen liever piano voor persoonlijk plezier dan voor een publiek op te treden. Deze persoonlijke voorkeur kan zwaarder wegen dan de wens om een concert te geven.