De hoeveelheid geluid die door een trommel wordt geproduceerd, wordt bepaald door een aantal factoren, waaronder de grootte en dikte van het vel, de spanning van het vel en de kracht waarmee het vel wordt aangeslagen. Wanneer het trommelvel harder wordt aangeslagen, trilt het krachtiger en produceert het een sterkere geluidsgolf.
De relatie tussen de kracht van de slag en de luidheid van het geluid is niet lineair. Met andere woorden:het verdubbelen van de kracht van de slag verdubbelt niet de luidheid van het geluid. In plaats daarvan neemt de luidheid van het geluid logaritmisch toe, wat betekent dat elke verdubbeling van de kracht van de slag een steeds kleinere toename in luidheid veroorzaakt.
De logaritmische relatie tussen de kracht van de slag en de luidheid van het geluid is te wijten aan de manier waarop het menselijk oor geluid waarneemt. Het oor is gevoeliger voor veranderingen in luidheid op lagere niveaus dan op hogere niveaus. Daarom is in een stille kamer een gefluister hoorbaar, terwijl zelfs op afstand een hard geluid hoorbaar is.
De logaritmische relatie tussen de kracht van de slag en de luidheid van het geluid verklaart ook waarom het mogelijk is een trommel heel zacht te bespelen zonder een merkbaar geluid te produceren. Dit komt omdat het oor minder gevoelig is voor veranderingen in luidheid op lagere niveaus.