Grootte: De cello is groter dan de altviool, met een langere nek en lichaam. Dit verschil in grootte beïnvloedt de klank, waarbij de cello lagere, rijkere tonen produceert.
Bereik: De cello heeft een lager bereik dan de altviool, met als laagste noot C2, een octaaf onder de laagste noot van de altviool, C3. Dit verschil in bereik draagt bij aan het diepere, meer resonante geluid van de cello.
Timbre: De cello heeft een warmer, zachter timbre vergeleken met het helderdere, meer doordringende geluid van de altviool. Dit verschil in klankkleur is te wijten aan het grotere formaat van de cello, de langere snaren en de lagere stemming.