De luit is een tokkelinstrument dat populair was in Europa tijdens de renaissance en de vroege barok. Het heeft een afgerond lichaam en een hals met frets, en wordt bespeeld door met de vingers aan de snaren te tokkelen. De luit werd in verschillende genres gebruikt, waaronder solomuziek, kamermuziek en opera.
Tijdens de late barok begon de luit echter in populariteit af te nemen, omdat deze geleidelijk werd vervangen door het klavecimbel. Het klavecimbel is een toetsinstrument dat geluid produceert door aan snaren met stekels te tokkelen. Het was luider en veelzijdiger dan de luit, en was beter geschikt voor de grotere, complexere muzikale vormen van de barokperiode.