1. Laparoscoop:een dunne, verlichte buis met daaraan een camera, die via een kleine incisie in de buik wordt ingebracht om een duidelijk zicht op de eileiders te geven.
2. Cauterisatie:een instrument dat wordt gebruikt om de uiteinden van de eileiders dicht te branden of af te dichten door hitte of elektrische stroom toe te passen. Het kan de vorm hebben van een cauterisatietip of een bipolaire pincet.
3. Grijptang:Deze tang wordt gebruikt om de eileiders tijdens de procedure voorzichtig vast te pakken en te manipuleren.
4. Schaar:Er kan een kleine chirurgische schaar worden gebruikt om de eileiders door te knippen of te scheiden.
5. Clips:Metalen clips die speciaal zijn ontworpen voor het afbinden van de eileiders kunnen worden gebruikt om de eileiders te blokkeren of te sluiten. Deze clips zijn er in verschillende soorten en maten en kunnen zonder hechtingen worden aangebracht.
6. Hechtingen:In sommige gevallen kunnen resorbeerbare hechtingen worden gebruikt om de eileiders af te hechten of te hechten nadat ze zijn doorgesneden of geknipt.
7. Ophaalzak:Als laparoscopische afbinden van de eileiders wordt uitgevoerd, kan een opvangzak worden gebruikt om clips of weefselspecimens uit de buik te verwijderen via de kleine incisie.
8. Trocars:deze instrumenten met stompe punt worden gebruikt om de eerste incisies in de buik te maken en een pad te creëren waar de laparoscoop en andere instrumenten kunnen worden ingebracht.
Tijdens een procedure voor het afbinden van de eileiders kunnen de specifieke instrumenten die worden gebruikt variëren, afhankelijk van de gebruikte techniek (zoals cauterisatie, knippen, verbinden of aanbrengen van ringen) en de voorkeur van de chirurg.