1. Een klavecimbel: Dit is het instrument zelf, dat bestaat uit een toetsenbord, snaren en een klankbord. Klavecimbels zijn er in verschillende maten en vormen, maar ze hebben allemaal dezelfde basis.
2. Muziek: Klavecimbelmuziek is geschreven in tabulatuur, een notatiesysteem waarbij getallen worden gebruikt om de toonhoogte van de noten weer te geven. Er zijn veel verschillende muziekstukken beschikbaar voor klavecimbel, variërend van klassiek tot hedendaags.
3. Techniek: Het klavecimbel bespelen vereist een specifieke techniek, waarbij je met beide handen aan de snaren tokkelt. De speler moet ook leren hoe hij de dynamiek van het instrument kan beheersen, wat gedaan kan worden door de druk die op de toetsen wordt uitgeoefend te variëren.
4. Oefenen: Zoals bij elk instrument is oefenen essentieel om een bekwame klavecinist te worden. Hoe meer iemand oefent, hoe beter hij of zij wordt in het bespelen van het instrument.
5. Kennis van muziektheorie: Klavecinisten moeten een goed begrip hebben van de muziektheorie, waardoor ze de structuur van de muziek die ze spelen kunnen begrijpen en weloverwogen beslissingen kunnen nemen over hoe ze deze moeten interpreteren.